Wake
up and smell the coffee.
De
democratie is stuk. Ja, natuurlijk wisten we allemaal al wel dat er
iets niet zo lekker liep. Maar het was allemaal nog zo lekker
abstract. Vooral een leuk onderwerp voor op feestjes, en zo. Maar nu
slaat de realiteit ons met een grote oranje vuist in het gezicht.
Een
ramp, inderdaad. Maar misschien ook de wake-up call die we nodig
hadden. Want als de democratie stuk is, dan is het hoog tijd om haar
te fixen. En ja, ik geloof dat dat mogelijk is.
Ik
weet dat het verleidelijk is om te denken dat democratie inherent
niet werkt. Is de gemiddelde kiezer niet gewoon te dom om te poepen?
Kijk om je heen! Bijna de helft van de Amerikanen dacht dat het een
goed idee was om een incoherente, wild om zich heen slaande
kanariepiet uit te roepen tot leider van het machtigste land ter
wereld. Wat zegt dat over hun hoeveelheid hersencellen?
Toch
denk ik dat de werkelijkheid net ietsje ingewikkelder in elkaar zit.
De
grootste oorzaak voor dit soort gekkigheid ligt niet zozeer bij een
gebrek aan verstand bij de kiezers, maar bij ons huidige politieke
systeem. Dat geeft namelijk op een nogal idiote manier vorm aan de
idealen van democratie. En al die ‘domme’ Trump-stemmers zijn een
perfect voorbeeld om uit te leggen waarom dat zo is.
Hoe
ons systeem bouwers in bommenleggers verandert
Ik heb
een aantal interviews met Trump-stemmers gezien. En echt, het viel
reuze mee, met die zogenaamde domheid. Het bleken hele gewone mensen
te zijn, die zich zorgen maakten om het verdwijnen van oude
zekerheden, de teloorgang van industrieën waar Amerika voorheen
trots op was, concurrentie van goedkope, illegale arbeiders uit
andere landen, hun rol in een rap veranderende wereld.
Wat
doet de politiek vervolgens met dit soort zorgen? Vrijwel niks.
Nouja, okee, de mensen mogen een keer in de vier jaar een keertje
stemmen. Maar dat zou je net zo goed niks kunnen noemen, want wat is
een stem nou eigenlijk?
Mensen
moeten al hun wensen, angsten, meningen en ideeën samenvatten in een
antwoord op een vraag dat bestaat uit het aankruisen van precies één
hokje. Ze moeten dus een afweging maken, welke kwestie het
belangrijkst is voor het bepalen van hun antwoord. De rest van hun
ideeën vallen af, die halen het stemhokje niet eens.
En het
gaat nog verder.
In ons
systeem wordt er niet op kwesties gestemd, maar op kandidaten. De
enige manier waarop je aandacht kan vragen voor een bepaalde kwestie,
is door te stemmen op een kandidaat die daar ongeveer dezelfde ideeën
over heeft als jij. Of zegt te hebben. Misschien roept hij dat gewoon
om stemmen te trekken. En de andere ideeën van die kandidaat, dingen
waar jij het misschien helemaal niet eens bent, die krijg je er op de
koop toe bij. Maar ja, je moet toch wat.
Op
hoop van zegen wordt er dan maar op een kandidaat gestemd. De kans is
groot dat het allemaal niks, nakkes, nada uithaalt, omdat de
kandidaat niet als winnaar uit de bus komt. En zelfs als dat wel het
geval is, is het nog maar zeer de vraag of er met die kwestie echt
iets gedaan wordt. De kandidaat moet doormiddel van allerlei
koehandeltjes met de rest van de regering zijn ideeën erdoor zien te
krijgen. Duimen maar, dat dat jouw kwestie bij de lijst behaalde
successen zit. Daarnaast zal je vertegenwoordiger ook een hoop zaken
doorvoeren waar jij juist niet blij van wordt.
Het
hele ideaal van je stem laten horen is verworden tot een maf ritueel,
waarbij individuele stemmen eerst op een bizarre manier vervormd
worden en vervolgens totaal ondersneeuwen. Waardoor jouw macht om
doormiddel van je stemrecht je leven concreet te verbeteren vrijwel
nihil is. De regering neemt zonder overleg dagelijks beslissingen die
jouw leven ingrijpend beïnvloeden maar jij kan vrijwel niks terug
doen.
Geen
wonder dan, dat mensen zich in de steek gelaten voelen door de
politiek. En dat ze hun stem dan maar op een andere manier willen
laten tellen. Ze leggen een grote, dikke, vette bom onder het
systeem. Ze stemmen op de grootste bullebak die ze kunnen vinden. Dat
zijn ideeën niet zo doordacht zijn maakt verder totaal niet uit. Als
hij het establishment maar op de kast krijgt, als hij de boel maar
lekker overhoop schopt. Bommen zijn gemaakt om gehate dingen kapot te
krijgen, niet om te regeren.
De
bizarre inefficiëntie van onze democratie
En dat
is zo ongelooflijk zonde. Politieke betrokkenheid, de wil om dingen
te verbeteren is een positief iets. Het zou de brandstof voor een
gezonde democratie moeten zijn. Maar ons systeem verandert het in een
gevaarlijk, stinkend, explosief afvalproduct. Als onze democratie een
auto zou zijn, zou haar bizarre inefficiëntie ingenieurs steil
achterover doen slaan.
Gevaarlijke
volksmenners als Trump zijn het meest opvallende symptoom, maar de
verspilling zit echt in het héle systeem ingebakken.
De
hele samenleving borrelt van de politieke activiteit. Een bron van
energie zou je zeggen. Maar wat doet onze politiek daar concreet mee?
Vrijwel niks.
Op het
internet struikel je over de politieke discussies, pleidooien,
opiniestukken, protestacties en petities. Maar daar blijft het dan
ook bij: ideeën. Als de politiek, bij hoge uitzondering hier iets
van oppakt, is het een proefballonnetje, een vrijblijvend experiment
of een loze verkiezingsbelofte. Geen structurele verandering. Kijk
naar de aanzwellende kritiek op ons financiële systeem. De
bankencrisis in 2008 heeft velen doen beseffen dat we niet op
dezelfde voet door kunnen gaan. Het is nu 2016 en wat is er sindsdien
veranderd? Geen zak. En als de politiek haar zinnen heeft gezet op
een oorlog of snelweg, dan komt die er gewoon, of je nu met honderd,
duizend of met een miljoen mensen in actie komt. De regering voert
haar beleid uit, wij staan erbij en kijken er na.
Mensen
worden zo ontmoedigd om zelf bij te dragen aan een oplossing voor
maatschappelijke problemen.
Sommigen
proberen hun oplossing dan door te drukken via de officiële weg.
Lobbyen, campagne voeren. Alle moeite die ook aan een directe
oplossing besteed had kunnen worden, wordt nu in een politiek circus
gestoken. Maandenlang gezeul met bordjes, buttons en fel geschilderde
bestelbusjes. Allemaal in de hoop dat iemand anders bereid gaat zijn
om voor jou te proberen die oplossing erdoor te krijgen. Terwijl er
ook nog tientallen andere groepjes aan zo iemand hangen, allemaal
bezig hun eigen dingetje erdoor te krijgen. Het lijkt mij zo ongeveer
de meest omslachtige en inefficiënte manier van problemen aanpakken
die er is. En dat is dan ‘hoe het hoort’. Je moet maar geloven
dat het zin heeft. De mensen die er niet meer in geloven, sja, we
hebben allemaal gezien wat díe vervolgens doen.
Dit is
een auto die vrijwel al haar brandstof op straat laat lekken en van
wat er overblijft een onzinnig rookgordijn maakt, dat nog kan
ontploffen ook. Ik zou er niet in willen rijden. En de VS staat nu
met een rokende motorkap ergens langs de weg.
Maar
hoe moet het dan wel?
Goed.
Dat onze democratie niet deugt, dat wisten we al. Churchill zei al
dat democratie de slechtste regeringsvorm aller tijden is, op alle
andere vormen na. Daar zit hem tegelijk de pijn. Dit systeem deugt
niet, maar is dit niet het beste alternatief dat we hebben?
Vooralsnog
weiger ik dat te geloven. Het zou betekenen dat we moeten accepteren
dat de hele wereld om de zoveel tijd weer eens met een gevaarlijke
gek zit opgescheept. De vorige keer kostte ons dat een Holocaust,
twee atoombommen en een vernietigende oorlog in Europa en Azië.
Vandaag de dag kan een druk op de rode knop de hele aarde tientallen
keren vernietigen. En drie keer raden wie de codes voor die knop nu
op zak heeft... We moeten iets beters verzinnen dan dit. En ik denk
dat het goed mogelijk is om op andere manieren vorm te geven aan de
idealen van democratie.
Daarom
zou ik willen zeggen: laat deze verkiezingsuitslag een aanleiding
zijn om op zoek te gaan naar betere alternatieven. Alternatieven
waarin de ideeën en gedachten van gewone mensen een dankbare bron
van oplossingen vormen, in plaats van een vervelend probleem te zijn.
Maar hoe zou zo iets eruit kunnen zien?
Als je
een probleem duidelijk hebt, ben je ook alweer halverwege de
oplossing. Het probleem is hier: de politiek luistert niet naar de
mensen. We moeten stoppen met het tellen van stemmen en starten met
echt te luisteren.
‘Echt
luisteren’. Dat is natuurlijk wel lastig om te organiseren, zeker
wanneer het om beslissingen gaat die duizenden, miljoenen mensen
zullen raken. Toch is het niet zo onmogelijk als je wel zou denken.
Sterker nog, we hebben er al tientallen jaren aan ervaring mee.
Harde
lessen uit de hightech
Als er
een sector is die door schade en schande de noodzaak van het echt
luisteren heeft leren inzien, dan is het wel de moderne technologie.
Wat hebben ze toch vaak hun neus gestoten, die wetenschappers. In hun
lab bedachten ze de prachtigste snufjes, om er vervolgens achter te
komen dat het grote publiek helemaal niet op hun vooruitgang zat te
wachten. Sterker nog, dat ‘grote publiek’ was er zelfs meer dan
eens fel op tegen.
En dus
moesten de wetenschappers leren luisteren. Echt luisteren is meer dan
ontdekken of een meerderheid voor of tegen je nieuwe technologie is.
Echt luisteren is: leren wat wij als maatschappij verlangen van een
nieuwe technologie. En daar dan je beslissingen over de ontwikkeling
van je technologie op afstemmen.
Dus
organiseerde men praatsessies. Daarvoor nodigden ze
vertegenwoordigers uit van alle groepen die op de een of andere
manier met de nieuwe technologie te maken zouden krijgen. Experts,
wetenschappers, mensen uit de milieubeweging, maar ook gewone
burgers. Praatsessies waarin iedereen de kans kreeg zijn eigen
perspectief naar voren te brengen, maar men ook moest luisteren naar
elkaar. Zo werd er een idee geformuleerd, over wat voor soort
technologie wij als maatschappij wenselijk achten en waarom.
Hoe
run je een land door echt te luisteren?
Als
het goed wordt uitgevoerd is deze manier van besluitvorming oneindig
veel democratischer dan een simpele stemming. Wanneer je iedere
burger het recht geeft aan een dergelijk overleg deel te nemen heb je
een potentieel werkbaar alternatief voor ons huidige systeem.
Er
zitten uiteraard de nodige haken en ogen aan. Direct overleg werkt
het best in groepjes van hooguit twintig man. Het lijkt vrijwel
onmogelijk om een dergelijke bestuursvorm op te schalen naar een heel
land. Maar dat is het niet. Grote problemen kunnen beheersbaar
gemaakt worden door ze in kleine stukjes op te knippen.
Op die
manier regeren we het land nu ook. Het beleid wordt bijvoorbeeld
onderverdeeld in verschillende thema’s: onderwijs, infrastructuur,
veiligheid, zorg en noem maar op. Vervolgens wordt er op
verschillende niveaus nagedacht over het vormgeven van dat beleid.
Wat is ons landelijk veiligheidsbeleid? En hoe wordt dit uitgevoerd
op provinciaal niveau, gemeentelijk niveau, wijkniveau? Daar kunnen
verschillende groepen zich mee bezig gaan houden.
Er
bestaat een gerede kans dat bepaalde groepen overspoeld zullen worden
met aanmeldingen. De zorg is bijvoorbeeld een thema waar iedereen wel
een ei over te leggen heeft. Ook dat hoeft geen probleem te zijn. Dan
delen we de groep gewoon op. In twee, tien, of misschien wel duizend
subgroepen. Al die groepen produceren een rapport met een visie. Het
beleid wordt dan gebaseerd op de grote lijnen die in al die rapporten
naar voren komen.
Je
hebt uiteraard de nodige checks and balances nodig. Wie
controleert de ambtenaren die de visies naar beleid omzetten. En mag
je met verschillende petten op deelnemen aan een overleg? Ook moet er
nagedacht worden over bijzondere gevallen. Wat te doen als iemand een
overleg frustreert, of wanneer niemand zich meldt?
Maar
dat zijn vooral praktische details. En het mooie is: dit systeem
leent zich uitstekend voor praktijkexperimenten. Je hoeft namelijk
niet eerst het hele land om te gooien, voor je dit in de praktijk kan
brengen. Je zou klein kunnen beginnen, op lokaal niveau, om te zien
hoe zoiets uitpakt. Misschien zou een gemeente voor vier jaar haar
veiligheidsbeleid eens zo kunnen organiseren. Dat zou een leerzaam
experiment zijn.
Als
het lukt om een min of meer werkend overlegsysteem op te zetten,
kunnen we de idealen van de democratie veel verder doorvoeren dan nu
het geval is. En dat niet alleen. Deze vorm van democratie biedt ook
een oplossing voor veel kwalen die nu nog vrijwel onlosmakelijk
verbonden lijken met de politiek.
Echt
luisteren: beter beleid
De
eerste kwaal is al uitgebreid besproken in de inleiding: het
onvermogen van de politiek om te luisteren naar de burger. In direct
overleg wordt de input van de burger niet genegeerd, want dat is
juist hetgene waar het hele beleid om draait. Iedereen mag zijn zegje
doen, op een manier die voor de politiek niet vrijblijvend is.
Hierdoor worden het gevoel niet gehoord te worden hopelijk in een
vroeg stadium tegengegaan.
De
tweede kwaal betreft ‘fact free politics’. Het idee dat iedere
burger ‘zomaar’ zijn zegje mag doen, maakt sommige mensen
misschien wat huiverig. Tegenwoordig komt ‘je zegje doen’ immers
maar al te vaak neer op het rondbazuinen van de eigen mening, zonder
erbij stil te staan of die wel gegrond is. In een direct overleg
heeft dit ongenuanceerde roeptoeteren echter weinig zin. Je moet er
immers samen uit komen. Dus als je wil dat er naar jou geluisterd
wordt, zal je ook bereid moeten zijn om naar die ander te luisteren
en zijn argumenten in overweging te nemen.
De
overheid zelf moet ook een actieve rol spelen in deze discussie, door
uit te leggen wat de consequenties van bepaalde acties zullen zijn.
Je kunt als burger van alles op je verlanglijstje hebben, maar elke
euro kan maar een keer worden uitgegeven.
De
derde kwaal is ondoorzichtige besluitvorming. En daar sterk aan
verwant: de invloed van machtige lobby’s. Nu lijkt het vaak bij
politieke besluiten alsof de wil van de kiezer totaal niet mee speelt
en alle andere belangen voorrang krijgen. Dat is niet zo gek, want de
stem van de kiezer is allang binnen. Om hun zin te krijgen moeten de
politici vooral andere clubs over de streep zien te halen. Ze zoeken
de steun van invloedrijke belangengroepen. Hoe rijker en machtiger
een dergelijke groep is, hoe meer zij de politiek kan sturen. En
reken maar dat het bedrijfsleven een machtige lobby heeft. Het ideaal
dat een zwerver dezelfde stem heeft als een miljonair geldt dus
helaas alleen tijdens verkiezingstijd. In de gewone politiek zijn het
vooral de grote bedrijven en de gevestigde orde, die een grote vinger
in de pap hebben.
Het
zou beter zijn als dit soort belangenbehartiging een plekje krijgt in
het democratische proces zelf. Dat bedrijven en burgers er samen
moeten zien uit te komen, doormiddel van overleg. Een directe manier
van besluitvorming. Waar een ‘nee’ ook echt een nee betekent.
Waarbij men niet achteraf, met geld en invloed de beslissing alsnog
de gewenste kant op kan sturen.
Een
dergelijk overleg kost uiteraard nogal wat organisatie. Maar
tegelijkertijd wordt er een ontzettend energieverspillende tussenlaag
in een keer weggehaald. Een tussenlaag waar iedereen meer dan eens
moe van wordt: de politiek. De vierde kwaal.
Vaak
lijkt het of de heren en dames politici vooral met hun eigen belang
bezig zijn, in plaats van het grotere goed na te streven. En dat is
geen toeval, dat zit in het systeem ingebakken. Als politicus wil je
graag opkomen voor je partij en je achterban en dat vereist een
bepaalde machtspositie. Om die machtspositie te verstevigen moet je
scoren. Dat doe je niet met effectief beleid, want dingen die goed
lopen, interesseren namelijk geen hond.
Het
zijn vooral de negatieve dingen waarmee politici zichzelf in the
picture kunnen zetten. Dus gaan ze op niet op zoek naar oplossingen,
maar naar het conflict. Ze zoeken niet alleen constant ruzie met
elkaar, maar spelen ook complete bevolkingsgroepen de Zwarte Piet
toe. Zonder met een bijpassende, constructieve oplossing te komen,
uiteraard. Ze leven bij de gratie van verdeeldheid. Als die negatieve
energie nou eens besteed was aan het daadwerkelijk aanpakken van onze
problemen, hoever was onze beschaving dan wel niet geweest?
Een
directere vorm van democratie zorgt ervoor dat we eindelijk eens
kunnen kappen met die idiote populariteitswedstrijd. In plaats
daarvan kunnen we dan gaan nadenken over hoe we ons land concreet
kunnen verbeteren.
Ja,
maar dat gaat dus niet werken
Nu
besef ik dat veel mensen sceptisch zullen zijn. Mooie theorie hoor,
maar je vergeet de praktijk. Want hoe ga je zoiets in godsnaam
organiseren? Dat gaat echt niet werken, ik voorspel tig problemen.
Tegen
die mensen zou ik willen zeggen: je hebt gelijk. Het gaat niet
werken. Althans, niet zo mooi als ik in mijn stukje beschreef. De
werkelijkheid is weerbarstig. En mijn mooie idealen zullen vaak
uitdraaien op een teleurstelling. Maar dat betekent niet dat dit geen
reëel alternatief is.
Het
huidige systeem zit zó diep bij ons ingebakken, dat we als het
ware blind geworden zijn voor alternatieven. Een alternatieve
invulling van democratie is zó anders als wat we gewend zijn, dat
het meteen als radicaal wordt gezien. En de praktische problemen van
zo’n radicale oplossing lijken dan al snel onoverkomelijk.
Maar
door die blindheid zijn er ook dingen die we niet meer zien. Ons
huidige systeem heeft net zo goed praktische problemen. En die zijn
minstens even groot, zo niet groter.
De
recente gebeurtenissen in Amerika kunnen een goede eyeopener zijn,
wat dat betreft. Onze democratie is nog lang niet af. Laten we vooral
doorzoeken en door experimenteren met nieuwe vormen van democratie.
Want wanneer onze democratie faalt, wankelt onze beschaving.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten